Gents kinderopvangaanbod stagneert. Karlijn Deene (N-VA): “Meer ruimte bieden aan private spelers”

Uit opgevraagde cijfers blijkt dat het Gentse kinderopvangaanbod stagneert. Gemeenteraadslid Karlijn Deene (N-VA): “De nood blijft nochtans groot. Ouders moeten vaak lang op zoek naar een geschikte plek voor hun kind. Sommige wijken en deelgemeenten blijven ook duidelijk onderbedeeld qua opvangaanbod, wat het probleem nog nijpender maakt. Tegelijk vinden private kinderopvangaanbieders moeilijk ruimte om nieuwe vestigingen te beginnen. Andere steden stellen hiervoor nu al stadseigendommen ter beschikking, maar in Gent staat dit nog maar in de kinderschoenen. Ik roep de schepen op om ambitie te tonen en een plan uit te werken.”

Raadslid Deene: “De door de schepen bezorgde cijfers (beschikbaar tot eind 2024) tonen dat het totale kinderopvangaanbod er van 2023 naar 2024 licht op achteruitging: van 4.647 naar 4.504 plaatsen. Dat is een verlies van 143 plaatsen. Hierdoor stagneert ook de dekkingsgraad. Dat is de verhouding tussen het aantal beschikbare plaatsen en het totaal aantal kinderen. We zien hier een evolutie van 53,4% (2023) naar 53,1% (2024). Dat is uiteraard niet de juiste trend, gezien de hoge vraag naar plaatsen bij de Gentse ouders.”

Deene: “In sommige wijken en deelgemeenten is er een markante achteruitgang. In Sint-Denijs-Westrem daalt de dekkingsgraad van 83,6% naar 61,6% of in de Kanaaldorpen van 62,4% naar 45,4%. Bijvoorbeeld Sint-Amandsberg ziet zijn al lage dekkingsgraad nog verder zakken van 32,4% naar 28,4%. Idem voor Moscou-Vogelhoek: van 43,1% nar 34,2%. Andere wijken/deelgemeenten blijven hangen op een laag niveau: Oud-Gentbrugge (27,6%), Ledeberg (26,4%), Macharius-Heirnis (26,7%) of Wondelgem (30,4%).”

Deene: “Wat ook opvalt is dat er voor veel aanvragen via het centrale Kinderopvangpunt geen toekenning van een plaats aan ouders geregistreerd wordt. Voor aanvragen voor kinderopvang startend in 2023 waren er op een totaal van 2.185 dossiers 977 toekenningen, 137 afsluitingen door de ouder(s) zelf, en 1.071 aanvragen bleven open staan. Voor 2024 waren er 3.814 aanvragen, met 1.675 toekenningen, 520 afsluitingen, en 1.619 openstaande aanvragen.”

Deene: “Een ander pijnpunt is de effectieve realisatie van nieuwe plaatsen. Tijdens de vorige en de lopende bestuursperiode investeert de Vlaamse overheid fors middelen in bijkomende kinderopvangplaatsen. Maar voor de uitbreidingsronde in 2024 antwoordt de schepen dat 80 van de 150 plaatsen niet gerealiseerd werden of onzeker zijn qua effectieve realisatie. De realisatiegraad voor de uitbreidingsronde 2025 (250) is nog niet gekend. Dat Vlaanderen aan Gent plaatsen toekent die vervolgens niet gerealiseerd worden, is vanzelfsprekend zeer jammer gezien de noden van de ouders.”

Deene: “Een belangrijk element ook is dat private aanbieders wel willen uitbreiden, maar geen geschikte locatie vinden. In andere steden worden in die context nu al stadsgebouwen ter beschikking gesteld. Antwerpen bijvoorbeeld laat nu al een aantal panden gebruiken en wil tegen 2027 twintig stadsgebouwen inzetten voor private kinderopvang. In Gent zit men nog maar in de planfase: twee gebouwen zijn in beeld, maar een concrete ambitie of plan voor deze bestuursperiode zijn er niet.”

Raadslid Deene besluit: “Het is niet al kommer en kwel natuurlijk, Gent zit qua dekkingsgraad boven het Oost-Vlaamse gemiddelde (45,2%). Maar de genoemde cijfers tonen aan dat er werk aan de winkel is. Tot nog toe heeft het stadsbestuur in onze ogen te veel oog gehad voor de eigen stedelijke crèches en peutertuinen – die overigens prima werk leveren – en te weinig voor de regierol die men als lokaal bestuur heeft tegenover alle andere kinderopvang-aanbieders. Die private aanbieders moeten vanuit de stad beter ondersteund worden, zeker ook op vlak van hun zoektocht naar ruimte. Ik roep de schepen op om hier ambitieuze doelstellingen te formuleren en met een actieplan te komen, met een bijzondere focus op wijken en deelgemeenten die onderbedeeld zijn.”