Ook in Gent uitschieters boven de 4.000 euro aan leefloon. Els Roegiers: “Niet verdedigbaar dat gezinsinkomen via leefloon hoger is dan gezinsinkomen uit werken.” Anneleen Van Bossuyt: “Grenzen stellen aan sociale bijstand en opeenstapeling leeflonen"

Uit het antwoord op een schriftelijke vraag van gemeenteraadslid Els Roegiers (N-VA) blijkt dat er ook in Gent serieuze uitschieters zijn qua leefloonbedragen per gezin. In 2023 en 2024 waren er respectievelijk 19 en 16 gezinnen die meer dan 4.000 euro per maand ontvingen. In één geval gaat het zelfs om 7.074 euro. De huishoudens in kwestie telden tussen de vier en 17 mensen. De overgrote meerderheid heeft niet de Belgische nationaliteit. “Dat een gezinsinkomen via leefloon hoger is dan een gezinsinkomen uit werken is onverdedigbaar”, zegt raadslid Els Roegiers.

Roegiers: “In juni kreeg ik nog als antwoord dat men geen weet had van dergelijke uitschieters. Nu plots wel. Dat is op zich al vreemd. Maar belangrijker is dat dit soort uitwassen het draagvlak voor sociaal beleid ondermijnt. Hoe leg je dit uit aan de mensen?”

De hoge bedragen zijn het gevolg van  een cumul van leeflonen door meerdere gezinsleden, bijvoorbeeld de beide ouders en verschillende meerderjarige kinderen. “Het spreekt voor zich dat dergelijke hoge gezinsinkomsten niet de beste stimulans zijn om een job te zoeken.” 

Federaal minister van maatschappelijke integratie en Gents fractieleider Anneleen Van Bossuyt (N-VA): “De federale regering wil komaf maken met misbruik en excessen. Om dit in de toekomst te vermijden komt er een plafond op het geheel van sociale steun en voordelen, gekoppeld aan een centraal register. Daarnaast komt er binnen een gezin ook een cumulplafond. Ten slotte zullen nieuwkomers pas na vijf jaar aanspraak kunnen maken op sociale bijstand. ”

“Het Gentse OCMW voert al jaren een omgekeerd beleid,” vervolgt Van Bossuyt. “Ze maximaliseren de financiële steun aan hun OCMW-cliënten. Ook het nieuwe bestuursakkoord gaat op dit pad verder  via het systeem van aanvullende financiële hulp.”

Ook daar wil de federale regering op ingrijpen. “In samenwerking met de lokale besturen willen we de aanvullende financiële steun verder uniformiseren in alle OCMW’s. Dat betekent dat gelijkaardige hulpvragen moeten resulteren in gelijkaardige ondersteuning. Cruciaal hierbij is het verminderen van inactiviteitsvallen en werken meer lonend maken.”