U bent hier
Opiniestuk: Van selfie naar segregatie
Vandaag raakte bekend dat burgemeester Mathias De Clercq (OpenVLD) zich tijdens de EK-match Nederland-Turkije liet verleiden tot een selfie met een aanhanger van de Grijze Wolven. Niet gelet op de expliciete wolf-symbolen op zowel pet als gezichtsmasker. Kan gebeuren. Vergissen is menselijk. Goed – en nodig – dat de burgemeester er afstand van genomen heeft.
Dit incident is echter geen alleenstaand feit. De Grijze Wolven – een Turkse extremistische organisatie die terreur en criminaliteit niet schuwt – zijn goed ingeplant in Gent. In maart vernielden ze een Koerdisch café op de Bevrijdingslaan. Vorig jaar intimideerden ze – verbaal en fysiek – deelneemsters aan een Internationale Vrouwendag-manifestatie op de Vrijdagmarkt. Eerder organiseerden de jeugdhuizen Özburun en Ergenekon (niet toevallig een verwijzing naar de Turkse wolvenmythe?) een gecontesteerde politieke meeting met Grijze Wolven-vlaggen in het Jeugdontmoetingscentrum Minus One aan de Opgeëistenlaan.
In die context zou je verwachten dat een burgemeester opmerkzamer is voor Grijze Wolven-symboliek. Zeker na de sterk gemediatiseerde controverse over de wolvengroet van voetballer Demiral in de match tegen Oostenrijk.
Vanuit een ruimer perspectief doet de duidelijke aanwezigheid van het Grijze Wolven-gedachtengoed in onze stad vragen rijzen over het lokale integratiebeleid. Tweede- en derde-generatie migranten die dwepen met zulke ideeën zitten opgesloten in de eigen groep en nemen niet deel aan onze Gentse/Vlaamse samenleving.
Het doet me denken aan een gesprek dat ik recent had in het kader van de verkiezingen met drie Gentse jongeren met een migratieachtergrond in een wijkontmoetingscentrum. Drie jongens, geen meisje te zien. Toen ik op hun vraag naar een eigen jeugdhuis informeerde waarom ze niet naar de scouts of chiro in hun buurt gingen, kreeg ik als antwoord dat dit moeilijk ligt omwille van hun geloof. Wegens meisjes in korte rokken of shorts. Ik kon mijn oren niet geloven.
Met N-VA Gent zijn we al lang kritisch voor de subsidiëring van etnisch-culturele verenigingen. Door de Gentse meerderheidspartijen vaak voorgesteld als bakens van integratie, zijn het in onze ogen de facto heimatten van segregatie. Nederlands is er veelal niet de voertaal. Gemengde werkingen of activiteiten eerder de uitzondering.
Mensen mogen zich verenigen zoals ze dat wensen. Dat is een grondrecht. Maar verenigingen die we als overheid ondersteunen, moeten bijdragen tot de samenhang van onze stadsgemeenschap. Belastinggeld uitgeven aan organisaties die veeleer het omgekeerde doen, is niet zinvol of verantwoord. Het is zonder meer contraproductief. Daarom maken we er in ons Gentse verkiezingsprogramma resoluut komaf mee. Ook voor een aparte etnisch-culturele adviesraad is in het verlengde hiervan geen plaats meer. Middelen herbestemmen we richting een omvattend Taalactieplan Nederlands en naar initiatieven die mensen samen brengen.
De N-VA is een echte gemeenschapspartij. Dat is de kern van ons verhaal. Mensen die onze – gestadig evoluerende – waarden, tradities en regels omarmen, zijn welkom in de club. En gelukkig zijn er heel veel mensen met migratiewortels die zich door dat verhaal aangesproken voelen en die er volop mee aan schrijven. Zeker ook in Gent.