U bent hier
Ramadan-kalender voor Gents stadspersoneel. Anneleen Van Bossuyt (N-VA): “Foute keuze. Neutraliteit moet voorop staan”
Momenteel loopt bij het Gentse stadspersoneel het initiatief ‘Ramadan-kalender’. N-VA-fractieleider Anneleen Van Bossuyt (N-VA): “Ik zie niet in waarom het stadsbestuur hier geld en tijd in investeert. De werkplek moet voor ons een zo neutraal mogelijke plaats zijn, waar iedereen zich goed kan voelen. Religie is een persoonlijke keuze. Mensen die meer willen weten over de ramadan – of andere religieuze praktijken – of aan religieuze activiteiten willen deelnemen, moeten dat in hun vrije tijd doen.”
Van Bossuyt: “Onder het motto ‘Ramadan: tips voor de werkvloer’ werd de voorbije weken al elke dag een ramadan-gerelateerde boodschap verspreid. Dat gaat van informatieve weetjes over de ramadan tot het aanmoedigen van activiteiten. Onder dag 10 bijvoorbeeld wordt het organiseren van een iftar gestimuleerd, met als tip ‘Als je geen moslim bent, kan dit een dag zijn waarop je een dagje vasten uitprobeert. Het zal de iftar nog specialer maken.’”
Van Bossuyt: “Ik vind dit er eerlijk gezegd ver over voor een lokale overheid in zijn rol van werkgever. Onder het mom van inclusie en diversiteit één welbepaalde religie een maand lang in de kijker zetten, is niet hoe ik de kerntaken van een stadsbestuur zie. Dat collega’s onder elkaar informeel – en op een respectvolle manier – praten over hun leven, ideeën en ervaringen, prima natuurlijk. Maar dat als stadsbestuur in de één of andere richting gaan sturen, daar stel ik me ernstige vragen bij.”
Van Bossuyt besluit: “Met de N-VA willen we een neutrale overheid. Geen zichtbare ideologische of religieuze symbolen voor mensen in publieksfuncties. Maar dus ook neutraliteit op de werkplek. Dat is voor alle werknemers het beste. Want wat als je niet wenst deel te nemen aan een op je dienst georganiseerde iftar? Ben je dan plots een minder goede medewerker? Je ziet zo dat dit – nog afgezien van de princiepskwestie – tot nefaste toestanden kan leiden waarbij mensen zich onder druk gezet voelen.”